Zelf ben ik iemand die houdt van de herfst. Niet van alle dagen maar wel van die windstille herfstdagen met ’s ochtends wat mist en dan de rest van de dag een zonnetje. Ook de tijd om je kledingkast eens te onderwerpen aan een inspectie.

Kijk eens naar de kleding die je ooit gekocht hebt maar eigenlijk nooit draagt. En bedenk dan waar dat aan ligt. Past het niet goed? Zit het niet lekker? Is de kleur niet goed? Heb je er niets bij om mee te combineren? Vind je het zonde om weg te doen en hangt het daarom al jaren in de kast? 
Dit zijn allemaal goede vragen die je jezelf moet stellen.

Gebruik mijn methode om toch eens keuzes te maken: haal alle kleding uit je kast (ja, moet je even tijd voor uittrekken) en maak 4 stapels:

• 1e stapel: kleding die kapot is en niet meer te repareren is. Kijk of je er iets leuks mee kan doen. Als je handig bent met naald en draad kun je soms verassende oplossingen gebruiken om bijvoorbeeld gaatjes in je favoriete trui te repareren. Kijk eens op Pinterest voor voorbeelden. 
  Maar als een kledingstuk echt oud is en versleten, doe het dan weg.
• 2e stapel: kleding die niet bij het seizoen hoort leg je op een andere plek in je kast.
• 3e stapel: kleding die je ooit gekocht hebt, maar nooit draagt. Kijk of je iemand anders er een plezier mee kunt doen. Analyseer wel voordat je het weggeeft waaróm je het nooit draagt. Dat zorgt ervoor dat je in de toekomst geen verkeerde aankopen meer doet.
• 4e stapel: kleding van het seizoen. Kijk wat er nog ontbreekt. Heb je bij die leuke broek nog geen T-shirt/blouse/jasje? Schrijf dat dan op voor als je iets nieuws wilt kopen. Zo hou je overzicht en koop je nooit te veel. En is je kast weer opgeruimd!

Weet je helemaal niet wat je staat dan adviseer ik je eens te beginnen met een kleurenanalyse. Dat geeft zoveel inzicht. Het maakt het veel makkelijker om te winkelen, en is veel beter voor het milieu.